Uitspraken Klachtencommissie en jurisprudentie rechtbank (Wvggz)

Componence Asset List

Link naar document: Rijnmond KC PG 19-06-2020

Datum uitspraak: 19 juni 2020

Klachtencommissie: KC Patiënten Parnassia Groep, kamer  Rijnmond

Korte toelichting klacht en uitspraak: Klacht tegen beslissing opname in accommodatie omdat de behandeling met medicatie ,voor zover die al nodig is, ook in ambulante setting plaats kan vinden. Commissie verklaart de klacht ongegrond. De kans dat klager vrijwillig meewerkt is te onzeker en (kortdurende) klinische opname noodzakelijk is om klager in te stellen op medicatie.

Toelichting klacht: Klager bestrijdt dat er op dit moment sprake is van een manische ontregeling op grond waarvan het verlenen van (verplichte) zorg noodzakelijk is. Klager verzet zich voornamelijk tegen de opneming in een accommodatie omdat de behandeling met medicatie - voor zover die al nodig is - ook in een ambulante setting kan plaatsvinden. Klager is bereid en in staat om vrijwillige afspraken te maken met de behandelaar over het verlenen van zorg, maar verbindt daar wel de voorwaarde aan dat er een overleg plaatsvindt tussen de behandelaar en de cardioloog (somatische specialist).

Toelichting uitspraak:

De commissie is van oordeel dat genoegzaam blijkt dat bij klager sprake is van een psychische stoornis en dat daaruit een dermate ernstig nadeel voortvloeit dat dit de beslissing om verplichte zorg in de vorm van het toedienen van medicatie, dat tot doel heeft de geestelijke gezondheid van klager te herstellen, rechtvaardigt. Hoewel door en namens klager is gesteld dat de voorgenomen behandeling ook in een vrijwillig kader zou kunnen plaatsvinden, acht de commissie de kans te onzeker dat klager daadwerkelijk daarmee zal instemmen. Nu de commissie er te weinig vertrouwen in heeft dat binnen afzienbare tijd partijen overeenstemming bereiken over de voorgenomen behandeling met medicatie,  en aldus geen mogelijkheden zijn voor zorg op vrijwillige basis, is verplichte zorg nodig.
Ten aanzien van de gedwongen opname in de accommodatie deelt de commissie in essentie het standpunt van verweerster dat een (kortdurende) klinische opname noodzakelijk is om klager in te stellen op medicatie. Zoals in het voorgaande reeds is vastgesteld, is klager niet standvastig in zijn beslissing tot medewerking aan de behandeling zodat zijn instemming thans niet als voldoende betrouwbaar kan worden aangemerkt. De commissie heeft dan ook weinig hoop dat een behandeling in ambulant kader op korte termijn van de grond komt.