Uitspraken Klachtencommissie en jurisprudentie rechtbank (Wvggz)

Componence Asset List

Link naar document: Rijnmond KC PG 26-3-2020

Datum uitspraak: 26 maart 2020

Klachtencommissie: KC Patiënten Parnassia Groep, kamer  Rijnmond

Korte toelichting klacht en uitspraak: Klacht tegen beslissing verplichte zorg. Klaagster is van mening dat er onvoldoende grond was voor toepassing verplichte zorg opname, beperking bewegingsvrijheid en toedienen medicatie. Daarnaast heeft zij de beslissing tot het toepassen van deze vormen van verplichte zorg te laat ontvangen. Verzoek tot schadevergoeding voor ingrijpende gevolgen van de Crisismaatregel. De Klachtencommissie verklaart klachten ongegrond en wijst schadevergoeding af. De commissie vindt de voorgenomen verplichte zorg gerechtvaardigd. Klachtencommissie stelt verder dat als naast een klacht ook een verzoek om schadevergoeding wordt gedaan, dat verzoek met de onderbouwing daarvan tijdig moet worden ingediend, zodat de zorgaanbieder voldoende tijd heeft om daarop behoorlijk te kunnen reageren.

Toelichting klacht: Klaagster vindt dat er geen reden was om haar recht op bewegingsvrijheid te beperken omdat zij niet vluchtgevaarlijk was. Daarnaast was er geen sprake van gevaar op grond waarvan zij zou moeten worden opgenomen. Als klaagster medicatie nodig had, kon deze behandeling ook in de thuissituatie. Bovendien is er met klaagster onvoldoende overleg gepleegd over de soort en dosering van de medicatie. Klaagster heeft de beslissing tot het toepassen verplichte zorg te laat, namelijk negen dagen, ontvangen. Klaagster vraagt schadevergoeding omdat de hele opname voor haar ingrijpende gevolgen heeft gehad. Zo is zij haar werk kwijt geraakt en kan zij haar kind niet zien.

Toelichting uitspraak: Voor wat de verplichte opname blijkt voldoende dat klaagster, direct voorafgaand aan de opneming, onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in met name het bestaan van of het aanzienlijk risico op uitputting en het over zichzelf afroepen van agressie, veroorzaakte om opname te rechtvaardigen. Voor de noodzaak tot beperking van de bewegingsvrijheid ziet de commissie voldoende aanwijzingen aangezien het vluchtgevaar zo reëel was dat alleen een verdere vrijheidsbeperking kon voorkomen dat klaagster zich aan de zorg zou onttrekken. Voor de toepassing van verplichte medicatie ziet de commissie dat het psychiatrisch toestandsbeeld hiervoor voldoende aanleiding gaf. Uit de stukken blijkt dat verweerster er in alle redelijkheid alles aan gedaan heeft om met klaagster hier overeenstemming over te bereiken.
Nu de commissie de klachten ongegrond heeft verklaard, is er naar haar oordeel geen aanleiding voor toekenning van een vergoeding van de gestelde schade en zal zij dat verzoek afwijzen.
De commissie voegt hier ten overvloede aan toe dat als naast een klacht ook een verzoek om schadevergoeding wordt gedaan, dat verzoek met de onderbouwing daarvan tijdig moet worden ingediend, zodat de zorgaanbieder voldoende tijd heeft om daarop behoorlijk te kunnen reageren. Dat is een eis van goede procesvoering die ook in een procedure als de onderhavige geldt. In deze zaak is de onderbouwing van het verzoek ingediend op de dag voor de hoorzitting. Terecht heeft de zorgaanbieder daartegen bezwaar gemaakt.