Uitspraken Klachtencommissie en jurisprudentie rechtbank (Wvggz)

Componence Asset List

Link naar document: Klacht uitgevoerde verplichte zorg ZM Rijnmond

Datum uitspraak: 30-11-2020

Rechtbank/Klachtencommissie: KC Patiënten Parnassia Groep, kamer Rijnmond

Korte toelichting klacht en uitspraak: Klacht tegen beslissing tot opname op grond van de Zorgmachtiging. Volgens klager was dit niet nodig omdat er geen sprake was van maatschappelijke teloorgang en/of verwaarlozing. De klachtencommissie is het daarmee eens en vernietigt het besluit tot opname en kent schadevergoeding toe. 
 

Toelichting klacht: klager is van mening dat een verblijf in de instelling niet nodig is omdat er geen sprake is van maatschappelijke teloorgang en/of verwaarlozing. Ook heeft de rechtbank bepaald dat klager thuis kan wonen en dat een opname alleen mag plaatsvinden als het echt niet anders kan. Klager vindt dat dat niet het geval is. Ook de arts op de afdeling heeft laten weten dat het niet duidelijk is waarom klager in de instelling moet verblijven. Inmiddels heeft dezelfde arts aan klager laten weten dat ze hem naar een beschermd wonen voorziening willen overplaatsen omdat hij in verleden psychotisch is geweest. Klager wil echter bij zijn moeder wonen. Als sprake is van een psychose, kan deze in een ambulant kader behandeld worden met medicatie. Klager is bereid hieraan mee te werken. Betrokkene klaagt dat dus niet is voldaan aan de rechtsbeginselen van subsidiariteit, doelmatigheid en proportionaliteit.

Verweerder stelt: “Aangezien klager niet in [naam BW] verblijft, bestaat de kans dat hij zijn woning zal verliezen met alle gevolgen van dien. In een ambulant kader is gepoogd om middels een behandeling met medicatie het ernstig nadeel af te wenden. Klager verscheen echter niet op afspraken en hij haalde zijn medicatie niet op bij de apotheek. Gezien de voornoemde gevaren is in overleg met de geneesheer-directeur het besluit genomen om klager op te nemen. Doel is klager in te stellen op medicatie. Ook zal geprobeerd worden om het contact tussen klager en [naam BW] te herstellen zodat hij zijn woning niet zal verliezen”.

“De commissie stelt voorop dat een gedwongen opname in een accommodatie een zeer ingrijpende, vrijheidsbenemende maatregel is die slechts in aanmerking komt als bij niet-oplegging daarvan een dienovereenkomstig ernstig nadeel serieus te duchten is. In de voorliggende zaak klemt dat temeer nu de zorgmachtiging aan een eventuele gedwongen opname zelfs de eis van “ultimum remedium” verbindt. Dat betekent voor deze zaak dat buiten kijf moet komen staan dat het nadeel dat te duchten is bij achterwege blijven van opname zo ernstig is dat een ingrijpende maatregel als opname daarmee in verhouding staat. Anders dan de zorgverantwoordelijke meent de commissie echter dat een dergelijke situatie zich hier niet voordoet”. 

Uitspraak klachtencommissie: concludeert dat de bestreden beslissing tot opname niet voldoet aan de aan de proportionaliteitseis van artikel 2:1, derde lid, Wvggz, zodat de klacht gegrond is. De commissie zal de betreffende beslissing dan ook vernietigen.

Schadevergoeding: de commissie is van oordeel dat aannemelijk is geworden dat betrokkene immateriële schade heeft gelden die voor vergoeding in aanmerking komt en kent € 400,- schadevergoeding toe. De commissie geeft geen nadere motivatie hoe zij tot de hoogte van deze schadevergoeding is gekomen, maar geeft wel aan geen aanleiding te zien om voor de begroting aan te sluiten bij het forfaitaire stelsel waarop het schadevergoedingsverzoek van betrokkene/PVP is gebaseerd.