Bipolaire stoornis

Bipolaire stoornis

200x200+Jacqueline+A-Tjak.png
Zo’n 1 tot 2 procent van alle volwassen Nederlanders tot 65 jaar heeft ooit in zijn leven de diagnose manisch depressief gehad. Mannen en vrouwen hebben even vaak last van een manische depressie.

Manisch depressief

Iemand die manisch depressief is, is de ene periode dusdanig buitengewoon vrolijk en uitgelaten (manisch/hypomaan) dat hij/zij in de problemen komt of dat anderen zich zorgen gaan maken. De volgende periode is die persoon somber en neerslachtig (depressief). Mensen met dergelijke stemmingswisselingen zijn vaak manisch depressief. Een andere veel gebruikte term voor een manische depressie is een bipolaire stemmingsstoornis. 

Kenmerken manische depressie

Hoge pieken en diepe dalen, zo kun je de stemmingen van mensen met een manische depressie omschrijven. In de periode tussen deze twee uitersten (of polen) is de stemming vaak normaal. Deze stoornis ontstaat vaak tussen het 15de en 25ste levensjaar. De ene persoon heeft meer last van de manie periode. De ander juist meer van de depressieve periode. Hoe dan ook, de wisselende stemmingen zijn een flinke belemmering in het dagelijkse leven.

Er zijn heel veel bipolaire stoornis symptomen te noemen. De kenmerken kunnen per persoon sterk verschillen en ook in minder of sterke mate ervaren worden.

Symptomen van een manie bij een bipolaire stoornis

De symptomen die voorkomen bij een manisch depressief iemand zijn:

  • extreem uitgelaten stemming, overdreven vrolijk zijn
  • snel boos zijn en ruzie maken
  • nauwelijks behoefte aan slaap hebben, vaak 's nachts klaarwakker zijn
  • veel praten, bellen of e-mailen
  • gedachten die alle kanten opschieten
  • niet stil kunnen zitten, hyperactief
  • het gevoel hebben alles aan te kunnen

Symptomen van een depressie bij een bipolaire stoornis

een selectie:

  • sombere of geïrriteerde stemming
  • moe en lusteloos zijn, nergens zin in hebben
  • geen emoties voelen
  • geen contact met anderen willen
  • sterk verminderd gevoel van eigenwaarde
  • gedachten over zelfdoding en aan de dood
  • slecht slapen of juist veel slapen, vroeg wakker worden

Moeilijk te herkennen

Ondanks de vele kenmerken is een bipolaire stoornis lastig te herkennen. Dat geldt voor de persoon die manisch depressief is, als voor de directe omgeving, als ook voor een huisarts. Tussen de stemmingswisselingen voelt die persoon zich prima. Hij vindt helemaal niet dat hij ziek is, in tegendeel hij voelt zich prima. De bipolaire stoornis symptomen kunnen zo licht zijn, dat die persoon en zijn omgeving niet merken dat er wat aan de hand is.

Ben ik manisch depressief?

Herken je jezelf in zowel de symptomen van een manie als die van een depressie? Dan kun je manisch depressief zijn of een bipolaire stoornis hebben.

Test of jouw klachten mogelijk verband houden met een manische depressie. Maak de zelftest depressie op de website van PsyQ. Dit is een onderdeel van Parnassia Groep.

Is een manische depressie erfelijk?

Ja en nee. Manische depressie is erfelijk, er zit een erfelijke component in de stoornis. Heeft één van de ouders een bipolaire stoornis, dan hebben de kinderen een grotere kans om dit ook te onwikkelen. Ze erven dus niet automatisch de stoornis maar ze erven de kwetsbaarheid om deze bipolaire stoornis te ontwikkelen.

Oorzaken bipolaire stoornis

We weten niet hoe een bipolaire stoornis ontstaat, maar wel dat het een combinatie van factoren is.
Traumatische jeugdervaringen (mishandeling, misbruik, verwaarlozing) vergroten de mogelijkheid op het ontstaan van een bipolaire stoornis.
We weten ook dat cannabisgebruik een risicofactor is. Zij hebben een 5x grotere kans om een bipolaire stoornis te ontwikkelen. 
Daarnaast speelt veel stress (zowel in positieve als negatieve zin) een rol. Denk aan ziekte, verlies van een naaste, spanningen op het werk bij negatieve stressfactoren. Positieve factoren kunnen zijn de geboorte van een kind, huwelijk of een aanstaande verhuizing.
Het derde element in de mix van ontstaan van deze stoornis zijn bepaalde persoonlijke karaktereigenschappen of denkpatronen. Denk dan aan het gebrek aan zelfvertrouwen of een lage zelfwaarde, drang naar perfectionisme, of niet in  staat zijn om problemen op te lossen.

Behandeling van een bipolaire stoornis

Een bipolaire stoornis is niet te genezen, maar met medicijnen en therapie worden de klachten verminderd. De extreme stemmingswisselingen van manie en depressie nemen af en worden soms zelfs voorkomen. Dat gebeurt door een combinatie van:

  • medicijnen
  • psycho-educatie
  • zelfmanagement

Medicijnen

Het is belangrijk om de symptomen van een manische depressie of depressieve periode zo snel als mogelijk te verminderen. Iemand die manisch depressief is, heeft diverse klachten. Een arts bepaalt aan de hand van de klachten de juiste medicatie. De meeste mensen met een bipolaire stoornis gebruiken voor langere tijd medicijnen. Zo blijft hun stemming stabiel en voorkomen ze een nieuwe depressie of manie.

Psycho-educatie

Ook meer kennis over de manisch depressieve stoornis en de symptomen ervan is belangrijk. De voortekenen van een manische of een depressieve periode zijn namelijk een paar weken voorafgaand aan zo’n periode merkbaar. Cursussen kunnen in de kennis voorzien. Door het herkennen van deze signalen kan eerder hulp gezocht worden, waardoor de gevolgen van de stoornis minder ingrijpend zijn. Vraag de behandelaar naar de mogelijkheden.

Zelfmanagement

Leren omgaan met de bipolaire stoornis is voor de patiënt belangrijk, maar ook voor de directe omgeving. De persoon met de stoornis moet leren omgaan met de symptomen, de behandeling als ook met de gevolgen van de stoornis.

In een therapie wordt het tijdig herkennen van een beginnende manie of depressie geleerd. Het is bekend dat gebeurtenissen in het dagelijks leven de aanzet kunnen zijn van een beginnende episode van manie of depressie. Ook is bekend dat voldoende rust en structuur letterlijk rust brengen, waardoor de kans op het ontstaan van een episode verkleind wordt. Door een periode het dagelijkse patroon en gebeurtenissen in kaart te brengen wordt meer inzicht verkregen over het ontstaan en verdere beloop van de stoornis. Dit wetende kan degene met de stoornis zelf ingrijpen door tijdig ‘bij te sturen’ of hulp zoeken. Infomeer bij de behandelaar wat de mogelijkheden zijn.