Nieuws

Componence Asset List

12 september 2023

200x200+Colin+vd+Heiden.png

Op 1 september j.l. leverde klinisch psycholoog en onderzoeker Colin van der Heiden (PsyQ) na twee termijnen zijn titel ‘bijzonder hoogleraar Geestelijke Gezondheidszorg’ aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam in. Waarom stopt hij? Wat heeft hij bereikt in die acht jaar? En: wat gaat hij nu doen? We spraken met Colin over zijn liefde voor het vak, passie voor voetbal, toekomstdromen en zijn onzekerheden. “Ik leg de lat altijd hoog”.

Colin begon zijn carrière bij Parnassia Groep als behandelaar en later onderzoeker bij PsyQ, waar hij nog steeds één dag in de week verbonden is aan de afdeling angststoornissen. “De afgelopen acht jaar heb ik met veel plezier als hoogleraar bij de Erasmus Universiteit gewerkt,” begint Colin. “Maar mijn passie ligt óók bij behandelen. Niet voor niets komen mijn onderzoekideeën altijd uit de klinische praktijk. “De afgelopen jaren ben ik meer gaan behandelen en heb ik minder onderzoek gedaan. De reden daarvoor is dat ik een paar jaar geleden deels voor mezelf ben begonnen; ik werk twee dagen in de week als zzp’er voor kleine zorginstellingen, één dag voor PsyQ en de andere dag begeleidde ik als hoogleraar promovendi. Een hele leuke mix, maar op een gegeven moment dacht ik: wat wil ik nou eigenlijk? Ik ben 56.. Daarbij kwam dat ik mezelf, heel onbescheiden haha, best een goede klinisch psycholoog vind, maar dat ik mezelf als hoogleraar op sommige gebieden minder goed vond. En dat is lastig, als je voor jezelf de lat áltijd hoog legt.”

Beperkte woordenschat

“Over mijn Engels bijvoorbeeld, ben ik niet zo enthousiast. Onzeker zelfs. En dat is niet handig als je wekelijks colleges in het Engels moet geven. Door mijn beperkte woordenschat werden colleges al snel minder interactief en dat zorgde er bij mij voor dat de lol er een beetje af ging. En natuurlijk kun je dat bijspijkeren, maar ik merkte bij mezelf dat de investeringsbereidheid er een beetje af was. Daarnaast vind ik er wat van dat tegenwoordig zowat alle studies in het Engels zijn. Natuurlijk, er zijn ongetwijfeld opleidingen waarbij dat heel waardevol is, maar voor ons ‘talige’ beroep vind ik het geen meerwaarde.” Met een knipoog: “Zeker niet omdat de meeste studenten er net zo slecht in zijn als ik.”

“Dat is één ding. Maar ik heb ook te weinig kennis van statistiek. Ik ben er nooit een ster in geweest, maar de laatste jaren gaan de ontwikkelingen op dat gebied zó snel dat ik het niet meer kan bijbenen. Op het moment dat ik de vraag kreeg van een student of ik hem kon begeleiden bij een ingewikkelde statistische berekening; dacht ik alleen maar: ik heb géén idee! Dat was het moment dat ik dacht: en nu moet ik stoppen als hoogleraar.”

Grenzen stellen

“Van de zes promovendi die ik onder mijn hoede had zijn er nu nog drie over. En die drie blijf ik ook gewoon begeleiden. Voor hen verandert er dus niets. En ik blijf één dag in de week aan PsyQ verbonden om ‘doelgestuurd behandelen’ te implementeren. Onderzoek naar deze werkwijze vormde een belangrijk deel van mijn leerstoel, waarin het verbeteren van de effectiviteit van reeds bestaande effectieve behandelingen van cliënten centraal stond. Het is ook één van de onderzoeken waar ik het meest trots op ben. Ik heb de werkwijze bedacht met Kees Korrelboom, die inmiddels met pensioen is, en uitgevoerd met zowel Kees als Paulette van Santen-Bauer en Edwin de Beurs. Vooropgesteld: doelgestuurd behandelen is geen nieuwe therapievorm. Kees en ik omschrijven het als ‘therapie zoals het volgens ons zou horen’. Het omvat het toepassen van principes om een behandeling doelgerichter te laten verlopen en korter te laten duren. Dat doen we door meetbare doelen te stellen, de voortgang in de richting van die doelen regelmatig te evalueren, en door vaste stopregels te hanteren. Heel kort door de bocht: als de doelen behaald zijn óf als er geen voortgang meer is, stopt ook de therapie. Wij psychologen hebben soms de neiging om therapie op therapie te stapelen, maar we moeten erkennen dat er ook grenzen zijn. In de medische wereld stopt een behandeling ook als er geen perspectief meer is. Dat wil overigens niet zeggen dat we cliënten dan direct wegsturen: we leren ze wel omgaan met eventuele restklachten zodat ze toch op een zo goed mogelijke manier hun leven verder kunnen inrichten. Het eerste onderzoek laat positieve resultaten zien: behandelingen zijn korter en effectiever en de patiënttevredenheid is zelfs iets hoger. Maar er is wel nog meer onderzoek nodig. Ik hoop dat er iemand is die het stokje van mij overneemt.” 

Sparta

Een paar jaar geleden wilde ik een grote droom waarmaken: sportpsycholoog worden. Ik had zelfs al contact met Sparta. Ik voetbal zelf heel graag en heb ook altijd het voetbalelftal van mijn dochter getraind. Op 1 maart 2020 begon ik. De eerste vrijdag was ik vrij, de tweede vrijdag ben ik in de praktijk geweest en de derde vrijdag kon de boel weer op slot. De coronacrisis begon. Het was niet de tijd om mijn praktijk verder uit te bouwen. Sindsdien heb ik me er een beetje bij neergelegd dat het ook niet meer gaat gebeuren. Al begint het toch weer een beetje te kriebelen als ik er zo over vertel. Over vijf jaar doe ik denk ik nog steeds wat ik nu doe. Ik vind het leuk en ik ben er goed in. Lachend: “Tenzij Sparta toch nog belt. Dan laat ik alles uit mijn handen vallen.”