Nieuws

Componence Asset List

27 december 2022

Foto+ter+illustratie+Romee+thumb.jpg
De 20-jarige Romee heeft al bijna haar hele leven last van psychische problemen. Toen ze zeven jaar was kreeg ze de diagnose autisme, maar eigenlijk liep het thuis al niet lekker toen ze pas drie jaar oud was. Op latere leeftijd volgen óók nog de diagnoses angststoornis, anorexia en boulimia. Inmiddels heeft ze haar leven, dankzij verschillende behandelingen bij het Leo Kannerhuis, onderdeel van Youz, weer redelijk goed op de rit. “Mijn problematiek voelt niet langer als vijand.”

Romee was drie jaar toen haar zusje geboren werd. Vrij snel daarna merkten haar ouders dat hun oudste dochter niet goed kon omgaan met deze grote verandering in het gezinsleven. Romee: “Toen ik op mijn vierde naar school ging viel het pas echt op dat ik ‘anders’ reageerde op bepaalde dingen. Ik had veel aandacht van de meesters en juffen nodig om te kunnen functioneren op school. Ik luisterde vaak niet en rende soms zomaar de klas uit. In groep drie begon ik daarom op het speciaal onderwijs en dat ging direct veel beter. Ik veranderde van een meisje dat nooit luisterde naar een kind dat alles deed wat van haar gevraagd werd. Dat veranderde toen ik naar de middelbare school ging en zelfstandiger moest worden. Ik ging altijd uit van ‘doemscenario’s’ en het gevoel dat ik sommige situaties niet onder controle had, zorgde ervoor dat ik een angststoornis ontwikkelde.”

‘Ik zie je botten’

Toen Romee in de derde klas van de middelbare school zat kreeg ze tot overmaat van ramp óók nog anorexia. Romee: “Volgens de dokter was ik vijf kilo te zwaar en moest ik naar een diëtiste. Maar ik sloeg volledig door. In een half jaar tijd verloor ik twintig kilo en had ik dagelijks een strijd om eten met mijn ouders. In mijn examenjaar kreeg mijn moeder een maagverkleining. Dat, én de angst voor mijn eindexamens, zorgde ervoor dat anorexia mij in zijn macht kreeg. Ik had eindelijk het gevoel dat ik ergens goed in was. Maar de band tussen mij en mijn ouders verslechterde. Ze hadden er veel moeite mee dat ik niet wilde eten en ik zag vaak de onmacht in hun ogen. ‘Ik zie je botten, Romee. Ga alsjeblieft eten’, zei mijn moeder vaak. Maar ze wist ook: ik praat nu met de eetstoornis en dan kan ik het gevecht wel aangaan, maar dat heeft geen zin. In 2017 ging ik in behandeling bij een eetstoorniskliniek, deeltijd en poliklinisch. Dat hielp een beetje.” 

Met elkaar leren leven

In 2018 kwam het Leo Kannerhuis voor het eerst in beeld bij Romee en haar ouders. “Vanwege alle stress thuis en de angst- en woedeaanvallen die ik had, begon ik aan het KAIRO-traject: een onderwijs en behandelprogramma voor jongeren met autisme. Daarnaast kreeg ik medicatie en kregen mijn ouders, zusje en ik thuis ook behandeling. Anderhalf jaar lang kwam gezinsbehandelaar Mirjam Steverink bij ons over de vloer. Eigenlijk moesten we thuis opnieuw met elkaar leren leven. Door mijn autisme was ik vaak overprikkeld en liep ik buitenshuis op mijn tenen. Thuis reageerde ik me af. Jarenlang had ik mijn ouders gemanipuleerd en mijn zusje was bang voor mij en mijn woede-uitbarstingen. Ik gooide soms met spullen en deed mezelf - of haar - pijn. Negatieve patronen moesten doorbroken worden en met hulp van Mirjam is dat gelukt. Ze was er voor ons allemaal. Naast de gezinsbehandeling heb ik bij de deeltijdbehandeling van het Kannerhuis ook beter leren omgaan met mijn autisme en angsten.”

Gezinshuis 

“Ik slik nog steeds medicatie, maar ben niet langer in behandeling bij het Leo Kannerhuis. Ik woon nu in een gezinshuis, waar 24/7 begeleiding is. Het gaat redelijk tot goed met me: de ene dag gaat beter dan de andere. Ik probeer mezelf te accepteren en het verleden achter me te laten en de band met mijn ouders is een stuk verbeterd. Met mijn zusje heb ik nu een fijn contact. Ik volg een opleiding tot apothekersassistente en in mijn vrije tijd schilder en teken ik graag. Mijn eetstoornis vormt echter nog steeds een probleem: ik heb nu boulimia. Ik hoop dat ik me op een dag weer fijn kan voelen in mijn lichaam. Wat ik anderen wil meegeven: wees niet bang om hulp te vragen en voel je niet schuldig. Het is belangrijk om aan jezelf te gaan werken en je problematiek niet langer te zien als ‘vijand’. En tot slot: rotdagen horen erbij. Dat geldt voor iedereen.”