Nieuws

Componence Asset List

27 september 2016

250x198+promotie+eetstoornissen.png

De afgelopen dertig jaar is het aantal nieuwe gevallen van Boulimia nervosa sterk afgenomen. Het aantal nieuwe gevallen van Anorexia nervosa daarentegen blijft stabiel. Dat blijkt uit onderzoek van psychiater Frédérique Smink, waarop zij op 28 september promoveert aan de Rijksuniversiteit Groningen. Verder constateert zij dat er goed uitzien als jonge adolescent (11-13 jaar) beschermt tegen latere eetproblemen.

Eetstoornissen, zoals anorexia nervosa en boulimia nervosa, zijn ernstige psychiatrische aandoeningen, die meestal ontstaan in de adolescentie. Over de oorzaken is nog relatief weinig bekend; socioculturele factoren spelen waarschijnlijk een belangrijke rol. Onderzoeksvragen in dit proefschrift luiden: Is het aantal nieuwe gevallen van anorexia nervosa en boulimia nervosa veranderd door de tijd? Welke eetstoornissen komen het meeste voor onder Nederlandse adolescenten? Verder wordt geprobeerd om meer inzicht te krijgen in het ontstaan van eetproblemen door te onderzoeken of sociale status in de vroege adolescentie, zowel zelf-ervaren als ervaren door klasgenoten, een risicofactor vormt.

Compensatiegedrag

Dit proefschrift toont aan dat het aantal nieuwe gevallen van boulimia nervosa substantieel gedaald is in de afgelopen drie decennia, terwijl dat van anorexia nervosa relatief stabiel is gebleven. Boulimia nervosa is waarschijnlijk gevoeliger dan anorexia nervosa voor socioculturele ontwikkelingen in de afgelopen 25 jaar, zoals bijvoorbeeld het stijgen van de gemiddelde body mass index van de algemene bevolking. Hierdoor is overgewicht normaler geworden en mogelijk de druk verminderd om de gevolgen van eetbuien tegen te gaan door compensatiegedrag, wat de kern vormt van boulimia nervosa.

Effect van uiterlijk

De meest voorkomende eetstoornissen onder Nederlandse adolescenten zijn anorexia nervosa en de eetbuistoornis bij de meisjes, en bij de jongens alleen de eetbuistoornis. Verder blijkt dat als jonge adolescenten (11-13-jarige leeftijd) er goed uitzien - zowel in de eigen ogen als in de ogen van klasgenoten – dat leidt tot minder eetproblemen op jongvolwassen leeftijd. Opvallend is dat aardig gevonden worden door veel klasgenoten juist naar voren kwam als een voorspeller van eetproblemen.

Over Frédérique Smink

Drs. F.R.E. Smink (Amersfoort, 1983) studeerde geneeskunde aan de Universiteit Leiden. In 2009 startte zij met een gecombineerd traject van promotieonderzoek en de opleiding tot psychiater bij Parnassia Groep in Den Haag. Een deel van haar proefschrift is gebaseerd op data van de TRAILS-studie, een langlopend, multidisciplinair onderzoek naar de psychische, sociale en lichamelijke ontwikkeling van adolescenten en jongvolwassenen. De titel van haar proefschrift luidt: ‘Through the looking glass. Epidemiological studies on eating disorders in primary care and the community’. Smink is als psychiater verbonden aan Parnassia Groep.