Bestuurder Parnassia en Reakt vertelt over zijn coming out

200x200-jurgen-verbeeck-bestuurder-zorg-reakt-parnassia.png

Jurgen Verbeeck, bestuurder van PsyQ, Brijder, i-psy, en Triora, heeft zich er hard voor gemaakt dat sinds 2019 tijdens Coming-Outdag regenboogvlaggen wapperen op verschillende panden van Parnassia Groep. Deze vlag staat voor de LHBTI-gemeenschap voor jezelf kunnen zijn, je (sociaal) veilig kunnen voelen en geaccepteerd worden. Door deze gekleurde vlag te hijsen, zet Parnassia Groep deze boodschap gezamenlijk kracht bij en werken we toe naar de inclusieve organisatie die we graag willen zijn. In dit interview vertelt Jurgen openhartig over zijn coming-out.

Wanneer kwam je voor het eerst uit de kast? Hoe werd hierop gereageerd?

Ik kwam voor het eerst uit de kast toen ik een jaar of 17 was. Met heel veel angst en schroom vertelde ik het aan mijn moeder. Tot mijn groot verdriet reageerde mijn moeder echter onverwacht niet steunend of begripvol, en dat maakte dat ik meteen weer voor enkele jaren de deuren van die kast weer sloot. Want ook al is het binnen die kast donker en eenzaam, het voelt wel vertrouwd en veilig. Mijn vader heb ik het nooit durven vertellen. Op het moment dat ik met mijn vriend ging samenwonen, heeft mijn vader hem de hand geschud. Daarna is er nooit meer over gesproken, het was een vanzelfsprekende zaak geworden. Die pijn en dat gevoel van ‘geen veilige plek in de maatschappij te ervaren’ heeft mijn leven in die jaren emotioneel best heel zwaar gemaakt. Was ik depressief? Als ik terugdenk aan de slapeloze nachten, het piekeren, het gevoel dat de toekomst mij niets te bieden had dan denk ik wel dat ik toen fors depressief was. Waren er momenten dat ik het leven niet zag zitten? Ik moet bekennen dat ik ook dat meegemaakt heb.

Pas enkele jaren later heb ik het weer durven te vertellen binnen mijn vriendengroep op de universiteit, ik wilde geen dubbel leven meer moeten leiden, en dat ging gelukkig wel goed. Het kunnen ervaren dat mensen je als echt onderdeel van hun groep zien en behandelen, ook al ben je niet zoals hen, gaf mij weer moed en hoop.

Hoe werd hierop gereageerd binnen Parnassia Groep?

Binnen PG heb ik het nooit ervaren als belangrijk thema, niet negatief, maar ook niet positief. Dat paste op zich wel bij mij, want ik vond het belangrijk dat ik vooral gezien werd als een waardevolle professional om wat ik doe en niet zozeer om wie of wat ik ben. Mijn Vlaams accent was al voldoende om mij “hoorbaar” anders te laten zijn dan de gemiddelde collega in Noord-Holland.

Zie je voor jezelf een rol om de LHBTI-collega’s te vertegenwoordigen binnen PG?

Bij de functie van bestuurder, een functie die ik nu net drie jaar vervul, hoort ook dat je een cultuurdrager bent, niet alleen rond de kwaliteit van zorg, maar ook rond hoe wij met elkaar omgaan. Er zijn voor mij twee zaken in het afgelopen jaar die gemaakt hebben dat ik ben gaan denken dat het thema LHBTI –als onderdeel van werken aan een inclusieve organisatie- meer zichtbaarheid moet krijgen.

In februari 2019 was ik aanwezig bij een voorstelling van Tour d’amour, georganiseerd door het Haags Steun Systeem, die seksuele en genderdiversiteit binnen de ggz bespreekbaar wilde maken. Ik hoorde pakkende verhalen over ouderen in verzorgingshuizen, maar ook een schrijnend voorbeeld van een chronische patiënt die transgender is in mijn eigen organisatie. Er is duidelijk nog veel ontkenning, er wordt nog veel geroddeld en gepest rond LHBTI in de ggz en de ouderenzorg.

Als tweede punt komt uit het Werk Belevingsonderzoek dat binnen Parnassia en Reakt bijna 10% van de collega’s aangeeft in het afgelopen jaar last te hebben gehad van pestgedrag en intimatie door collega’s en leidinggevenden. Ik ben hier wel en niet van geschrokken. Ik ben zeker geschrokken van de hoogte van het percentage. De maatschappij is steeds ruwer geworden, we zijn in uitingen steeds minder netjes naar elkaar. Kijk alleen maar naar social media en hoe politici zich soms tegenwoordig uiten. Dit vertaalt zich ook naar onze werkomgeving. Bij elk team is daar weer een andere oorzaak voor. Dit kan een gevoel van onveiligheid geven. Het gaat er om of collega’s zich voldoende bewust zijn van wat ze soms teweeg brengen met opmerkingen of geintjes die ‘grappig’ zijn bedoeld.

Aan de andere kant ben ik blij dat dit een uitkomst is van het ons Werk Belevingsonderzoek. Blijkbaar hebben collega’s ergens het vertrouwen dat met de uitkomsten iets wordt gedaan. Ik probeer hier optimistisch naar te kijken, daarom is het ook belangrijk dat we van een gezond werkklimaat ook een speerpunt maken

Je werkt al jaren bij Parnassia Groep, heb je meegemaakt dat jij of collega’s zijn buitengesloten, geïntimideerd of gepest vanwege je geaardheid?

Als psychiater en ook als leidinggevende zit je een beetje in een machtspositie, of je dat nu wilt of niet. Dat maakt dat mensen mij niet altijd vertellen of laten merken wat ze denken van het feit dat ik homoseksueel ben. Als ze het al weten natuurlijk. Maar zoals bijzonder hoogleraar LGBT Workplace Inclusion Jojanneke van der Toorn in haar oratie betoogde: de tolerantie van de hetero normatieve wereld in Nederland is begrensd en vooroordelen verschuiven van openlijk naar subtiel. Deze subtiele vooroordelen zijn op zich minder kwetsend, maar hebben daarom niet minder gevolgen of zijn minder hinderlijk. Dat speelt natuurlijk voor alle vormen van afwijking van de witte mannelijke hetero normatieve vorm.

Gaat de beweging die Parnassia Groep wil maken om een inclusieve organisatie te worden hierbij helpen? Iedere werknemer heeft toch al het recht om op de werkvloer zichzelf te kunnen en mogen zijn?

Inclusiviteit gaat voor mij niet over het feit of mensen die anders zijn op het werk zichzelf mogen en kunnen zijn, dat is eigenlijk alleen tolerantie. Inclusiviteit betekent dat je als collega of leidinggevende duidelijk open staat voor het verschil in de ander en dat je ook waardering hebt voor die verschillen. Waardering omdat je weet dat een combinatie van mensen met verschillen leidt tot betere beslissingen. En ons werk gaat bijna altijd over keuzes (diagnoses stellen, praten of pillen, investeren of besparen).

Het gaat voor mij over dat mensen die anders zijn, juist omwille van dat anders zijn, gezien worden als een essentieel onderdeel van een positieve en vooral ook veilige werkomgeving. Door bewust te werken aan het bouwen van een inclusieve organisatie zorgen we als PG er voor dat iedereen meer oog krijgt voor het verschil in de ander en dat verschil gaat zien als een verrijking.

In hoeverre vind je dat we al een inclusieve organisatie zijn? Waar staan we nu? Wat moet er volgens jou gebeuren voor zowel collega’s als patiënten?

Ik kan PG moeilijk als geheel daarop beoordelen, maar ik durf gerust te stellen dat we een tolerante organisatie zijn. En een organisatie zijn die zich bewust is van het feit dat we nog best een aantal inspanningen moeten leveren om echt een inclusieve organisatie te worden. We waren enkele jaren geleden op dit gebied onbewust onbekwaam, nu zijn we bewust onbekwaam of nog niet bekwaam genoeg. Wat we nu moeten doen is onszelf bekwaam maken: er zijn meerdere mogelijkheden om hier aan te werken.

Mijn standpunt rond herstelgerichte zorg is altijd geweest dat wij als hulpverleners nooit echt geloofwaardig met onze patiënten kunnen praten over hun eigen krachtbronnen en eigen verantwoordelijkheden in een behandeling, als wij dat als collega’s in een organisatie ook niet zelf doen. Daarom ben ik overtuigd dat wij ook eerst in onze eigen context (het team, de afdeling) moeten oefenen met inclusiviteit en dat we het daar eerst onder de knie moeten krijgen. Als we het ons zo eigen hebben gemaakt, dan kan het volgens mij niet anders dan dat we dan ook met meer oog en meer waardering voor verschillen, naar onze patiënten en onze behandelingen gaan kijken. En zo worden de behandelingen onbedoeld ook meer gepersonaliseerd en dus efficiënter.

In veel bedrijven voelen LHBTI-werknemers zich onveilig op de werkvloer. Zij krijgen vaak te maken met negatieve bejegening. Onderzoek wijst uit dat 30 procent van hen de seksuele geaardheid of identiteit verborgen houdt. Zij verhullen daarmee een belangrijk deel van hen zelf.* Denk je dat dit percentage ook voor PG geldt, waar mensen juist gewend zijn om voor elkaar te zorgen?

Persoonlijk denk ik niet dat mensen die voor andere mensen zorgen of behandelen automatisch minder vooroordelen hebben of minderen discrimineren. We weten niet hoeveel collega’s binnen PG zich LHBTI voelen, laat staan dat we dan zouden weten of ze dat voor anderen verborgen houden.

PG is echter een onderdeel van de Nederlandse maatschappij waar –net zoals in de rest van de wereld- een toename is van geweld tegen LHBTI. Ik beleef zelf subjectief dat ik in wereld leef die voor mij minder veilig is dan 5-10 jaar geleden. En dat beeld neem ik dus ook elke dag mee naar mijn werk. Ik pas mijn gedrag aan, om maar niet al te erg op te vallen.

Wat zou er over 2 jaar voor collega’s en patiënten binnen PG veranderd moeten zijn die deel uitmaken van de LHTBI-gemeenschap?

Ik hoop voor mijn collega’s dat LHBTI binnen PG dan meer zichtbaar is, dat er een LHBTI-netwerk is waardoor ook LHBTI-collega’s rond dat belangrijk deel van hun individualiteit op hun werk een “wij”-gevoel kunnen hebben.

Voor onze patiënten hoop ik dat zij merken dat wij LHBTI en de gevolgen daarvan op hun psychisch welbevinden als een essentieel onderdeel van hun herstelproces zien.

Voor iedereen hoop ik dat door onze inspanningen om een inclusieve organisatie te worden en te blijven leidt tot een veilige en positieve werk- en behandelplek. Ik denk echt dat dit ons gaat lukken.

Welk statement maakt Parnassia Groep met het uithangen van de regenboogvlag? Benadruk je met een dergelijke vlag juist niet het ‘anders zijn’.

Ja, je benadrukt het anders zijn, absoluut. Maar de boodschap bij het uithangen van die vlag is dat wij het juist heel goed vinden dat er mensen met verschillen zijn, dat wij hopen dat die mensen bij ons willen werken juist omdat hun ‘anders zijn’ voor ons heel waardevol is.

En voor onze patiënten tonen we aan dat wij niet alleen naar symptomen en behandelingen kijken, maar dat wij de mens in zijn geheel benaderen.

Staan wij volgend jaar als ggz-instelling ook op een boot tijdens de Amsterdam Gay Pride?

Ik heb zelf een klein onderzoekje gedaan op de websites van andere ggz-instellingen. Bij zoektermen als LHBTI of homoseksualiteit vind je schrikbarend weinig; namelijk niets! Als grote ggz-instelling met landelijke spreiding kunnen we op dat thema gerust een voortrekkersrol nemen. En ik heb mij inderdaad laten vertellen dat daarbij dan hoort dat je een beetje opvallend door de Amsterdamse grachten gaat dobberen.

* Bron