Nieuws

Componence Asset List

11 oktober 2023

regulier-spijtbetuigingnvvp.jpg

Op 30 maart 2023 betoonde de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie spijt voor het pathologiseren van een lhbtiq+-identiteit in het verleden. Psychiater en NVvP-voorzitter Niels Mulder sprak tijdens het Voorjaarscongres de spijtbetuiging uit. Aike Pronk, psychiater in opleiding bij Parnassia Groep, deelde zijn ervaring als transgender man. Samen blikken ze terug op deze dag en kijken ze vooruit. Hun streven? De radicale acceptatie van diversiteit en inclusiviteit in de psychiatrie.

Trots en ongemakkelijk - zo voelde Niels zich tijdens het uitspreken van de spijtbetuiging. ‘Ongemakkelijk, omdat mensen vanwege hun seksuele voorkeur of genderidentiteit destijds verschrikkelijk zijn behandeld. Maar ik was ook trots om dit samen te doen vanuit de psychiatrie, het lhbtiq+-platform en mensen die het betrof. De spijtbetuiging past binnen de verandering naar een inclusieve psychiatrie die al jaren geleden is ingezet en onderstreept het toenemende bewustzijn van maatschappelijke verantwoordelijkheid van de psychiatrie. Ik zie het als een markering van een vooruitgang.’

De reacties op de spijtbetuiging waren binnen Parnassia Groep en de landelijke ggz vrijwel unaniem positief. Ook Aike wordt nog steeds aangesproken op zijn ervaring die hij deelde. ‘Collega’s laten weten dat ze nu meer over het onderwerp nadenken. Ik vind het mooi dat ik heb bijgedragen aan die zichtbaarheid.’ Wel voegt hij toe dat er tijdens de spijtbetuiging relatief weinig mensen aanwezig konden zijn die het pathologiseren hebben meegemaakt, zodat ze niet het gesprek konden voeren over hun beleving. Daarop stelt Niels direct voor dat er een bijeenkomst kan komen met de lhbtiq+-gemeenschap, zodat ze de ruimte krijgen hun ervaring te delen.

Werken aan een cultuurverandering

Het is duidelijk dat het realiseren van inclusieve psychiatrie een continu proces is. ‘Gelukkig is er al veel veranderd in vergelijking met twintig tot dertig jaar geleden’, zegt Niels. ‘Als iemand homoseksueel, lesbisch of biseksueel is en kampt met psychische klachten, dan kan dat tegenwoordig los van elkaar worden gezien.

Toch is er op veel vlakken nog steeds een cultuurverandering nodig, ook daar ging de spijtbetuiging over. Bij transgender personen kan ik mij bijvoorbeeld voorstellen dat de psychische problematiek sneller wordt gekoppeld aan transgender zijn.’ ‘Hulpverleners vinden dat nog vaak ingewikkeld’, bevestigt Aike. ‘Op het gebied van transgenderzorg gaan we langzaam de goede kant op, maar we zijn er nog niet. Genderdysforie staat nog altijd in de DSM, waardoor soms gedacht wordt dat transgender mensen per definitie psychische problemen hebben. Dit kan bijvoorbeeld tot gevolg hebben dat wordt gedacht dat transgender mensen niet weten wie ze zijn of zichzelf steeds moeten uitleggen.’

Tegelijkertijd benadrukt Niels dat het belangrijk is te onderkennen dat geïnternaliseerde homo- en transfobie wel leidt tot een vergroot risico op het krijgen van psychische klachten. Ongeveer 10% van de Nederlandse bevolking identificeert zich als lhbtiq+ en heeft mogelijk te maken met discriminatie of stigmatisering. ‘Net zoals het bij culturele diversiteit belangrijk is om te vragen naar stigmatisering en discriminatie, is het ook belangrijk om als hulpverlener te vragen of seksuele voorkeur of genderidentiteit een rol speelt bij de problematiek,' zegt Aike. ‘Veel hulpverleners durven het niet bespreekbaar te maken, maar soms is het essentieel om dit wel te doen. Om zo iemand te kunnen helpen zichzelf te accepteren als diegene daar zelf moeite mee heeft en ook bespreekbaar te maken welke psychische gevolgen het kan hebben als anderen je niet accepteren zoals je bent.’

Aike Pronk en Niels Mulder

Nieuwsgierigheid en openheid zijn wat dat betreft onmisbaar in het bieden van inclusieve zorg. Aike: ‘Je hoeft het als hulpverlener niet meteen perfect te doen. Wees nieuwsgierig en vraag bijvoorbeeld hoe iemand aangesproken wil worden. Wees je ook bewust van je eigen vooroordelen. Veel dingen zijn ingebed in de maatschappij, bijvoorbeeld dat je naar iemands man of vrouw vraagt, terwijl het veel inclusiever kan zijn om partner of relatie te gebruiken.’ Niels sluit zich daarbij aan. ‘Voor radicale acceptatie van diversiteit en inclusiviteit dien je in je werk hulpverlener steeds als een helikopter boven jezelf te vliegen. Ben ik inclusief en accepterend, wat zijn mijn vooroordelen? Ook in de opleiding tot psychiater wordt daar gelukkig al aandacht aan besteed, hoewel het misschien nog meer kan: je bewust worden van je eigen houding tegenover dit onderwerp, je erover uitspreken en jezelf ontwikkelen.’

Inclusiviteit binnen Parnassia Groep

‘Achter de schermen gebeurt er veel bij Parnassia Groep’, zegt Aike. ‘Zo is eraan gewerkt om iemand met de gewenste naam en aanspreekvorm in het elektronisch patiëntendossier te zetten. Het lijkt klein, maar voor lhbtiq+-mensen maakt het een groot verschil. Verder was ik laatst bij het Parnassia Groep Festival en daar waren genderdiverse toiletten. Dat is erg verwelkomend voor transmensen en non-binaire mensen en ik werd er erg blij van.’

Daarnaast is er binnen Parnassia Groep gekozen voor het Cultural Formulation Interview als vorm van intake. ‘Je probeert je in het eerste gesprek te verplaatsen in de achtergrond van mensen, om beter te begrijpen wat iemand wil vertellen en wat er gedaan kan worden’, legt Niels uit. ‘Je kijkt dus breed en accepterend naar iemands achtergrond, dat is niet alleen waardevol voor lhbtiq+-cliënten, maar voor iedereen.’

Tot slot noemt Aike dat het ook belangrijk is om binnen de eigen teams aandacht aan inclusiviteit en acceptatie te geven. ‘Ik denk dat medewerkers zich ook niet altijd durven uit te spreken over wie ze zijn of met wie ze een relatie hebben. Probeer in teams een sfeer te creëren waarin je elkaar kunt aanspreken wanneer iemand iets zegt wat niet passend is. Net zoals in de spreekkamer hoef je het niet meteen perfect te doen, maar ga wel het gesprek aan. Dat gesprek komt de laatste tijd steeds meer op gang en hopelijk gaan we dat in de toekomst nog meer doen.’