Hypochondrie of ziektevrees

Ziektevrees

200x200+Colin+vd+Heiden.png

Hypochondrie is een ander woord voor ziektevrees. Je hebt een overmatige angst om een ernstige lichamelijke ziekte te hebben, terwijl de dokters niets kunnen vinden. Bij een lichte ziekte denk je dat je een ernstige ziekte hebt.

Symptomen van ziektevrees/hypochondrie

Je gaat naar de huisarts of het ziekenhuis omdat je bang bent dat je een ernstige ziekte hebt. Ook als onderzoeken daar niet op wijzen, blijf je ongerust. Veel mensen met hypochondrie gaan vaak naar de dokter of het ziekenhuis. Andere mensen vermijden juist naar een arts te gaan, uit angst slecht nieuws te krijgen over hun gezondheid.

Je kunt gedetailleerd de symptomen opnoemen, wanneer en hoe lang ze optreden alsook hoe je je dan voelt. Dit herkent je (huis)arts niet als een duidelijk ziektebeeld. Eventueel verder onderzoek brengt ook niets aan het licht wat de klachten kan verklaren. Als de arts je probeert gerust te stellen, dan ben je bang dat hij de oorzaak van jouw klachten niet heeft kunnen vinden. Je bent er echt van overtuigd dat er iets mis is, maar niet voor 100% overtuigd. Je gaat op zoek naar een logische verklaring. Die stellige overtuiging dat er echt iets mis is, kan leiden tot lichamelijke klachten.

Je angst om een ernstige ziekte te hebben, beïnvloedt jouw kwaliteit van leven. Je kunt niet meer goed functioneren op je werk, thuis of op school.

Wat kun je doen als je ziektevrees hebt?

Je bent al eerder bij de huisarts geweest met je klachten. Nu bezoek je de huisarts met een verzoek om psychologische hulp. Neem eventueel iemand mee die je kent en die kan helpen het probleem duidelijker te maken. Van de huisarts kun je een verwijsbrief krijgen voor verder onderzoek. Als ons behandelteam jouw klachten nader onderzocht heeft kan er ook een geschikte behandelaanpak voorgesteld worden. Dit wordt uiteraard met jou besproken.

Herken je dit? Doe dan de test naar ziektevrees/hypochondrie.

Behandeling van hypochondrie

Er moet eerst vastgesteld zijn door een arts dat er geen lichamelijke oorzaak is voor de klachten en dat verder onderzoek zinloos is. Pas daarna kan de psychologische behandeling beginnen

De stellige overtuiging dat er iets mis is maakt de behandeling complex. De behandeling leert je anders te denken in combinatie met verandering van gedrag. Hierdoor zal geleidelijk de angst afnemen.