"Wat spreek jij goed Nederlands"

kudret-inclusieve-organisatie-parnassia-groep.jpg

Toen Kudret Ogretmen, werkzaam op de afdeling recruitment, werd gevraagd of zij wel eens te maken heeft gehad met discriminatie en racisme, moest ze terug in de tijd. “Ik kwam als tienjarig Koerdisch meisje naar Nederland. Alles was nieuw voor mij. Ik sprak de taal niet, ik kwam in een land met andere gewoontes en gebruiken, zegt Kudret. “Dat was voor veel leerlingen op de lagere school genoeg om te zeggen ‘dat ik terug moest naar mijn eigen land en dat ik hier niet hoor’. Dat heeft me veel pijn gedaan. Gelukkig kan ik zeggen dat vanaf de middelbare school ik niet meer met deze vorm van racisme te maken heb gekregen.”

Kudret geeft vervolgens aan dat wat ze nu soms meemaakt, vaak een onbedoelde onhandige manier van communiceren is. Dan gaat het om vragen als: Ben jij moslim? Je lijkt helemaal niet op een moslim; je hebt geen hoofddoek, je draagt een broek. Ook krijgt ze regelmatig te horen dat ze goed Nederlands spreekt, net zoals haar zoon. Kudret: “Mensen zijn hier blijkbaar verbaasd over, terwijl ik al 32 jaar in Nederland woon en mijn zoon hier is geboren. Allemaal goed bedoeld natuurlijk, maar toch. Dit gold ook voor de opmerkingen uit mijn omgeving toen ik vertelde dat mijn zoon naar de universiteit zou gaan. De ‘toe maars’ en ‘goh wat knap’ waren niet van de lucht.

Over het algemeen kan ik er om lachen. Als iemand mij complimenteert voor mijn Nederlands, dan bedank ik nu degene. Een en ander is natuurlijk afhankelijk van de toon waarop dingen worden gezegd. Je voelt echt wel aan of iemand het kwetsend bedoelt. Is dit niet het geval, dan maak ik er gewoon een grap over. Het komt regelmatig voor dat ik iemand op een spellingsfout wijs en dan zeg ‘best knap he voor een allochtoon’. Het is wel zo dat afhankelijk van hetgeen je in het verleden hebt meegemaakt en wie je bent als persoon of je hier al dan niet zo makkelijk overheen kan stappen.” Daarom Kudret haar oproep: ”We zijn zoveel meer dan één eigenschap Gun iemand een tweede indruk en ben oprecht geïnteresseerd wie er achter dat hokje schuilgaat.”