Uitspraken Klachtencommissie en jurisprudentie rechtbank (Wvggz)
Klacht uitgevoerde verplichte zorg ZM
Componence Asset List
Toelichting klacht: De klacht heeft betrekking op een beslissing als bedoeld in artikel 8:9 Wvggz jo. artikel 3:2 lid 2 onder a Wvggz, het toedienen van medicatie. Klaagster is van mening dat er geen sprake is van ernstig nadeel op grond waarvan het verlenen van verplichte zorg noodzakelijk is. Klaagster geeft aan dat zij niet psychotisch is. Zij verzet zich dan ook tegen een behandeling met medicatie. Bovendien ervaart klaagster veel negatieve bijwerkingen, zoals diarree en hoofdpijn. Nu klaagster geen medicatie meer slikt, voelt zij zich stukken beter.
Toelichting uitspraak: De klachtencommissie vindt dat de instelling de noodzakelijkheid van het verlenen van verplichte zorg voldoende heeft gemotiveerd. De instelling heeft aangetoond dat:
- er geen mogelijkheden zijn voor zorg op basis van vrijwilligheid;
- er voor klaagster geen minder bezwarende alternatieven met het beoogde effect zijn; en
- dat de toediening van medicatie gelet op het beoogde doel evenredig en naar verwachting effectief is.
Gezien het ernstig nadeel, vooral gelegen in het risico op maatschappelijke teloorgang (combinatie van sociale en materiële ondergang), is de instelling volgens de commissie terecht van mening dat dit voorkomen moet worden. Omdat de klaagster, ondanks de overleggen die er met de haar zijn gevoerd, niet bereid is mee te werken aan de behandeling, rest de zorgverantwoordelijke geen andere optie dan gebruik te maken van de geboden mogelijkheid van verplichte zorg. De commissie verklaart de klant ongegrond.