Uitspraken Klachtencommissie en jurisprudentie rechtbank (Wvggz)

Componence Asset List

Link naar document: Klacht verplichte medicatie ZM Haaglanden
Datum uitspraak: 02-06-2020
Klachtencommissie: KC Patiënten Parnassia Groep, kamer Haaglanden

Korte toelichting klacht en uitspraak: Klacht tegen verplichte zorg in de vorm van medicatie. Tegen de afspraken in is er per ongeluk toch depotmedicatie gegeven voor de rechtszitting. De klachtencommissie betreurt de gang van zaken maar stelt ook vast dat klager niet een extra dosis heeft ontvangen waar hij eventueel schade aan zou kunnen hebben gehad. Klacht is ongegrond.
 

Toelichting klacht: Klager zegt zich op dit moment goed te voelen. Hij wil zijn medicatie graag afgebouwd zien. Hij is van mening dat in het verweerschrift van zijn behandelaars te lang bij zijn verleden wordt stilgestaan. Het gaat om het nu. Hij wil graag naar buiten om boodschappen te doen, yoga te beoefenen en te salsadansen. Hij woont met andere mensen op kamers. Hij heeft een goede sociale omgeving. Tijdens de zitting beklaagt hij zich dat hij depot medicatie toegediend heeft gekregen terwijl de medicatie was geschorst. Wanneer hij eenmaal uit de kliniek is zegt hij dat het wel beter zal gaan met de medicatie. Op de afdeling heeft hij veel last van geluiden. Ook is er gedoe met internet en de telefoon. Hij houdt van regelmaat. Hij wil graag psychotherapeutische hulp ontvangen.

Verweerder licht  toe dat klager inderdaad ten onrechte depot medicatie toegediend heeft gekregen tijdens de schorsing. Hier was geen noodzaak toe en werd veroorzaakt door een verkeerde melding in het systeem. Dit had niet mogen gebeuren en er is een interne melding van gemaakt. Er wordt nu gekeken hoe het werkproces hierop kan worden aangepast. Verder geeft verweerder aan dat klager niet akkoord ging met een verhoging van de orale medicatie naar 7 mg, terwijl de eerdere dosering van 5 mg te weinig bleek te zijn; de klachten werden erger bij klager. Verweerder geeft aan dat er al gesprekken plaatsvinden, waarin het eerst over klager zelf gaat en pas in een later stadium over de medicatie. 

Uitspraak klachtencommissie: Wat betreft de medicatie constateert de commissie dat het nog niet is gelukt om klager te bewegen om op vrijwillige basis medicatie in te nemen om de psychotische toestand zo terug te dringen dat hij weer psychisch stabiel kan functioneren. Daarnaast heeft klager verminderd tot geen ziekte inzicht, wat een vrijwillige inname van noodzakelijke medicatie erg moeilijk maakt . Gelet hierop is de eis dat de mogelijkheden tot vrijwillige zorg volledig zijn benut. Als klager blijft weigeren om zijn stoornis te laten behandelen, blijft de ernstig psychotische toestand, dat samenhangt met en voortvloeit uit zijn stoornis, bestaan. De commissie  neemt  ook in haar oordeel mee dat als klager niet met medicatie wordt behandeld er ook ernstig nadeel is voor derden en voor klager zelf, namelijk  verdergaande maatschappelijke en sociale teloorgang. Een – als gevolg van weigering van medicatie –langdurig en uitzichtloos verblijf in de kliniek acht de commissie een ingrijpender en minder menswaardig alternatief voor de voorgestelde behandeling met medicatie. 

De commissie betreurt het feit dat klager ten onrechte depot medicatie toegediend heeft gekregen. In dit licht stelt de commissie vast dat op 23 juni 2020 door de commissie is ingestemd met het verzoek om de depotmedicatie van 29 juni 2020 te schorsen. Blijkens de nadere toelichting van de pvp heeft klager deze depot abusievelijk, ondanks de schorsing, op 30 juni 2020 toegediend gekregen. De commissie betreurt de gang van zaken maar stelt ook vast dat klager niet een extra dosis heeft ontvangen waar hij eventueel schade aan zou kunnen hebben gehad. De toelichting door verweerder tijdens de hoorzitting geeft de commissie ook het vertrouwen dat dit voorval door verweerder voortvarend wordt opgepakt en er maatregelen zullen worden getroffen om te voorkomen dat iets dergelijks in de toekomst zich zal herhalen. Klacht is ongegrond.