Onderzoek Psychose en Herstel

In de visie op herstelgerichte zorg wordt de cliënt gezien als de expert in zijn eigen herstelproces. Op verschillende plekken binnen Parnassia Groep wordt onderzoek gedaan naar de evaluatie en implementatie van rehabilitatiegerichte en herstelondersteunende zorg en methodieken bij mensen met ernstige psychische aandoeningen (EPA). De projecten sluiten goed aan bij de visie ‘Herstel voor iedereen’ die Parnassia Groep ondersteunt.

  • Inzicht in de factoren die bijdragen aan herstel.
  • Inzicht in de effectiviteit van de module ‘het Victoria-gesprek’ bij tegenslagen en nare ervaringen die participatie kunnen belemmeren. 
  • Antwoord op de vraag of het sneller afbouwen van medicatie leidt tot een beter sociaal functioneren van cliënten op de lange termijn.
  • Inzicht in laat-ontstane schizofrenie, als wel de toepassing van het medicijn clozapine bij ouderen


De onderzoekslijn Psychose en Herstel  omvat verschillende studies, gericht op het tijdig herkennen van psychose en op  aspecten van herstel. De praktijkgerichte onderzoeken op het gebied van Psychose en Herstel hebben in belangrijke mate bijgedragen aan de implementatie van herstelondersteunende zorg binnen Parnassia Groep.  

Voorbeelden onderzoek Psychose en Herstel

Bij Antes loopt een groot onderzoek waarbij 400 cliënten met een psychotische stoornis gedurende tien jaar worden gevolgd. We verzamelen informatie over (determinanten) van persoonlijk (gevoel, denkcapaciteit, sociaal, werk, dagbesteding), functioneel, maatschappelijk en klinisch herstel en onderzoeken hoe deze over de tijd samenhangen. Behandelaren en cliënten krijgen zo meer inzicht in welke factoren bijdragen tot herstel en handvatten hoe dit herstel positief te beïnvloeden.

Betrokken hoogleraar: Prof. dr. C.L. (Niels) Mulder

Meer informatie over dit onderzoek

Mensen met ernstige psychische aandoeningen ervaren vaker tegenslagen en discriminatie en zijn vaker slachtoffer van geweld en andere misdrijven. Het Victoria-project is een onderzoek naar victimisatie (slachtoffer zijn) en tegenslagen bij maatschappelijke participatie. Het onderzoekt de effectiviteit van de module ‘het Victoria-gesprek’ bij tegenslagen en nare ervaringen die participatie kunnen belemmeren. De eerste resultaten laten zien dat mensen meer erkenning voelen voor de nare ervaringen en dat zij de gesprekken zien als ondersteunend in hun herstelproces.

Dit onderzoek wordt uitgevoerd bij de FACT teams van zorgbedrijf Parnassia in Noord-Holland.

Het HAMLETT-OPHELIA project bij Antes is een samenwerking met de universiteiten van Utrecht, Groningen en Amsterdam. In het HAMLETT-onderzoek wordt onderzocht of het sneller afbouwen van medicatie tot een beter sociaal functioneren van cliënten leidt op de lange termijn. Daarnaast wordt bekeken of subgroepen van cliënten en prognose te definiëren zijn op basis van bevindingen in het bloed. Verder willen we onderzoeken of de bevindingen in het bloed de weg wijzen naar specifiekere behandelingen. Sommige cliënten vertonen in het bloed tekenen van immuunactivatie en/of veranderingen in het glucosemetabolisme. Een specifieke behandeling zou gericht kunnen zijn op het verbeteren van deze processen.

 

 

Dit onderzoek betreft zowel het laat-ontstane schizofrenie, als wel de toepassing van het medicijn clozapine bij ouderen. Komt (zeer) laat-ontstane schizofrenie na het 40ste of 60ste jaar vaak voor en is dit vaker een voorbode van dementie dan vroeg-ontstane schizofrenie? Het blijkt dat schizofrenie kan op elke leeftijd ontstaan en niet dikwijls een voorbode is van dementie. Iets wat vaak gedacht wordt. 

De studie naar Clozapine omvat diverse vragen. Hebben ouderen meer bijwerkingen dan jonger-volwassenen, vallen ze daardoor eerder uit, is het mogelijk de dosis te voorspellen waarbij ouderen een therapeutische spiegel krijgen? Het is nu zo dat ouderen onvoldoende vaak clozapine krijgen voorgeschreven terwijl er wel een indicatie is en dat te snel wordt gestopt bij het optreden van bijwerkingen. 

Dit onderzoek wordt uitgevoerd bij Parnassia Den Haag, klinische ouderenpsychiatrie.

Betrokken hoogleraar: Prof. dr. H.W. (Wijbrand) Hoek